'Muziek is a way of living' Dirigent Daan Admiraal.
Wie VU-Orkest zegt, zegt Daan Admiraal. Al
37 jaar staat hij met bezieling voor een van ’s lands beste
universiteitsorkesten. Dat heeft zo zijn voordelen. Als je langere tijd
dirigeert leer je het orkest in vrijheid te laten spelen.'Een gesprek met een bevlogen dirigent.
Auteur Ruben Heimans
Ook al heeft Daan Admiraal (1949), gezien
zijn cv, een grote staat van dienst,tijdens het interview bij hem thuis in
Heemstede komt hij naar voren als een sympathieke vitale man, zonder ijdele
of autoritaire trekjes die je wellicht bij een dirigent zou verwachten. Eind
januari heeft zijn VU-orkest de majestueuze Eine Alpensinfonie van Richard
Strauss uitgevoerd, samen met Bartóks Muziek voor snaren, celesta en
slagwerk. Admiraal kijkt er met een tevreden gevoel op terug.
Geen meester-slaaf
relatie Admiraals werkterrein bestaat
behalve studentenorkesten (het VU-Orkest, het VU-Kamerorkest en Krashna
Musika Delft) ook Het Haags Toonkunst Koor, Symfonieorkest De Philharmonie
en het Symfonie Orkest Eindhoven. Het werken met studenten houdt hem niet
alleen jong van geest, het motiveert hem ook om zijn passie te delen. ‘Jonge
mensen zijn vaak nog zo onontvankelijk. Sommigen hebben bijvoorbeeld nog
nooit een symfonie van Sjostakovitsj gespeeld, ze kijken daar dan erg naar
uit. Terwijl een beroepsmusicus al twee keer het ijzeren repertoire voorbij
heeft zien komen.’
Admiraal typeert zijn stijl als: hard werken en net zolang doorgaan totdat
het goed is. De musici dulden hem omdat ze het beste uit zichzelf willen
halen. Met zijn absolute gehoor houdt hij uiteraard de intonatie in de gaten,
maar hij is ook zeer streng ten aanzien van de juiste ritmiek, de dynamiek,
de frasering en het samenspel. In de loop der jaren laat heeft hij, naar
eigen zeggen, de traditionele master-slave relatie leren loslaten en draait
hij deze om. ‘Dan zeg ik: het crescendo, het sforzato of de ritmische
samenhang - ook bij ritenuto - moet vanuit jullie zelf komen!' Zo leg
ik de verantwoordelijkheid meer bij het orkest en gaan de musici beter ‘ademen’.
Er ontstaat ook een betere energiebalans tussen dirigent en spelers. Als je
langere tijd dirigeert leer je het orkest in vrijheid te laten spelen’.
Spierbewustzijn
Toen Admiraal in de jaren ’70 zijn studie hobo met onderscheidingen
had voltooid, ging hij aan Conservatorium in Den Haag bij Louis Stotijn en
Frans Moonen orkest- en koordirectie studeren . ‘Dat was toen nog niet
koninklijk. Van Stotijn heb ik het begrip spierbewustzijn geleerd. Hij legde
dat heel goed uit. Zoals een strijker bij spiccatospel gebruik maakt van de
elastische kracht van de snaar - waardoor de stok omhoog komt - zo moet een
dirigent die reflex met zijn eigen spieren maken. Dan moet je heel goed
weten wanneer je welke spieren aanspant en ontspant.’ Deze lessen en al zijn eigen ervaringen
heeft Admiraal jarenlang met jonge musici gedeeld als docent bij de Kurt
Thomas Cursus, een tweeweekse cursus in Utrecht voor koordirigenten. De
didactiek en de collegiale discussies met vele andere dirigenten als Jos van
Veldhoven waren voor hem ook leerzaam. Admiraal heeft geen echte idolen; hij
bewondert vooral de oude muziekspecialisten als Koopman, Herreweghe en
Harnoncourt die meer als musicus dan als leider voor het orkest staan.
‘Bernstein was bij concerten magnetisch, je had vaak het gevoel bij een
onvergetelijke historische gebeurtenis aanwezig te zijn. Al zou het bij
orkestconcerten niet primair moeten gaan om het charisma van de dirigent
maar om wat je hoort.’
Perzisch tapijt Ziet hij een terugloop in het
aantal studenten dat muziek maakt? ‘Er melden zich veel minder blazers aan
dan vroeger, een zorgelijke ontwikkeling. Met de strijkers gaat het goed,
daar zijn er veel van en het niveau is enorm gestegen ten opzichte van
vroeger.’ Ook al wordt er heel perfectionistisch gestudeerd, toch zijn
kleine fouten op concerten onvermijdelijk. Om een fout dat te relativeren
vertelt Admiraal wel eens een wijsheid uit de Islam. ‘Er is bij Perzische
tapijten altijd een hoek waar een geometrisch motief op een onbeholpen
manier niet aansluit op de andere zijde. Dat heeft te maken met het
Islamitische mensbeeld dat wij niet volmaakt zijn. Alleen Allah is volmaakt;
als een mens iets volmaakts wil fabriceren dan plaatst hij zich naast God en
dat is hoogmoed.’
Admiraal staat bekend om zijn humoristisch-ironische
opmerkingen tijdens repetities. Dan zegt hij tegen de hoorns: ‘Wat een
geweldige timing, jullie zijn maar vier maten te laat!’ Of tegen de
contrabassen: ‘Ik weet dat het IQ omgekeerd evenredig is aan de grootte van
je instrument.’
Door een gezonde leefstijl, qua voeding en beweging heeft hij
nog nooit blessures gehad als gevolg van zijn beroep. De kwieke 62-jarige
denkt nog niet aan stoppen of minderen. ‘Muziek is a way of living.
Kijk eens naar Bernhard Haitink die als tachtigplusser nog dirigeert, broos
maar wat een beheersing!’. Hij is zeven dagen per week met muziek bezig,
maar als hij op vrije dagen en tijdens vakanties maakt hij graag lange
wandelingen, onder andere in de Alpen - net als Mahler dat graag deed. De
Himalaya staan nog op zijn verlanglijstje.
Schnittkes Nagasaki
Bij de symfonieorkesten van Admiraal staan vooral de romantische symfonieën
en twintigste eeuwse werken op het programma. Maar zijn repertoire bestrijkt
400 jaar muziekgeschiedenis, van Monteverdi tot Messiaen. Behalve een groot
Stravinsky-liefhebber is hij een pleitbezorger van volgens hem ten onrechte
vergeten meesterwerken. Enthousiast vertelt hij over zijn plannen: de
Nederlandse première te geven van een vroeg werk van Alfred Schnittke
(1934-1998) met het Haags Toonkunstkoor. Het gaat om het oratorium
Nagasaki dat de jonge Schnittke in 1958
componeerde als commentaar op de atoombommen aan het eind van WOII. ‘Er was
tot voor kort geen gedrukte partituur van Nagasaki beschikbaar. Pas na de
dood van de componist gingen archieven open. Op basis van het manuscript van
de erven Schnittke en partijen die in het Conservatorium van Moskou bewaard
waren gebleven, zijn onlangs een handgeschreven partituur en orkestmateriaal
met hulp van de Zuid-Afrikaanse componist Allan Stephenson voor uitvoering
gereed gemaakt. Aanleiding was de wereldpremière van Nagasaki die in
november 2006 plaats vond in Kaapstad, Zuid-Afrika. Toen werd ook de tot nu
toe enig CD-opname van het stuk gemaakt.’
Vanzelfsprekend komen ook de onvermijdelijke bezuinigingen nog even ter
sprake. ‘Er breken sombere tijden aan, heel schandelijk wat er gebeurt in de
politiek. Ook de minachtende toon: dat prachtige Residentie Orkest is geen 'tromboneclubje'.
Als iedereen met 10% moet bezuinigen, dan is het heel raar dat orkesten met
50% moeten bezuinigen.’ Over sponsormogelijkheden van bijvoorbeeld het VU-Orkest
: ‘Het Nederlands Studenten Orkest is vanwege zijn landelijke bekendheid
voor sponsors veel aantrekkelijker dan een Amsterdams orkest als het VU-Orkest.'Ondanks
deze sombere vooruitzichten kijkt Daan Admiraal reikhalzend uit naar de
Ruslandtournee met zijn jubilerende orkest.